Over het Adviescollege Levenslanggestraften
Het Adviescollege Levenslanggestraften (Adviescollege; afgekort: ACL) adviseert de Minister voor Rechtsbescherming of een gedetineerde die veroordeeld is tot een levenslange gevangenisstraf, na 25 jaar detentie kan starten met activiteiten die zijn gericht op een mogelijke terugkeer in de samenleving.
Het Adviescollege, dat sinds 1 juni 2017 aan het werk is, brengt zijn onafhankelijke advies uit aan de minister voor Rechtsbescherming. De minister besluit over het wel of niet starten van deze activiteiten voor re-integratie, met inbegrip van verlof, als de veroordeelde 25 jaar is gedetineerd.
Het Adviescollege is onafhankelijk en brengt zorgvuldig afgewogen adviezen uit. Het richt zich op de inhoud van de zaak, doet zijn werk onbevooroordeeld en gewetensvol. In het Adviescollege zijn verschillende vakgebieden en deskundigen aanwezig. De leden en plaatsvervangende leden van het Adviescollege beschikken met elkaar over brede kennis en ervaring op het gebied van de strafrechtpraktijk en de forensische psychiatrie en psychologie.
Over het waarom van advies
Als gevolg van een aantal Europese en nationale rechtelijke uitspraken mag aan veroordeelden met een levenslange gevangenisstraf niet de kans worden ontnomen om ooit nog in vrijheid te worden gesteld. Om hierop een kans te maken moet een veroordeelde voldoende zijn veranderd en ook voldoende vooruitgang hebben geboekt in zijn of haar sociaal functioneren. Is dat het geval dan kan het zijn dat het voortzetten van de levenslange gevangenisstraf niet langer gerechtvaardigd is, omdat daarmee niet meer een aanvaardbaar doel wordt gediend.
Naar aanleiding van de rechterlijke uitspraken paste de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie het beleid aan voor de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf. Ook stelde hij op 25 november 2016 het Adviescollege Levenslanggestraften in. De Hoge Raad oordeelde op 19 december 2017 dat in Nederland thans wordt voorzien in een stelsel van herbeoordeling waarbij kan worden overgegaan tot verkorting van de levenslange gevangenisstraf. Daarmee voldoen de nieuwe regelingen aan het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM).
De Hoge Raad verwijst hierbij onder andere naar het Besluit Adviescollege Levenslanggestraften, de Regeling selectie plaatsing en overplaatsing van gedetineerden en de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting. Als op enig moment zou blijken dat een levenslange gevangenisstraf in de praktijk nooit wordt verkort dan zou de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf mogelijk wel (weer) een schending op kunnen leveren van artikel 3 EVRM.
Herbeoordeling kan leiden tot verkorting van de straf en –voorwaardelijke- invrijheidstelling. Dit recht op een herbeoordeling betekent overigens niet dat een levenslanggestrafte ook moet vrijkomen.
Over het hoe van advies
Het Adviescollege betrekt het hele detentiedossier en diverse belangrijke rapportages en adviezen bij de voorbereiding van zijn advies aan de minister. Hiernaast hoort het onder anderen de betrokken slachtoffers en nabestaanden (als zij dit willen), deskundigen en de levenslanggestrafte zelf. De leden van het Adviescollege hebben te allen tijde toegang tot de strafinrichtingen waarin de levenslange gevangenisstraf ten uitvoer wordt gelegd.
Bij zijn advisering hanteert het Adviescollege vier maatstaven: (1) recidivegevaar, (2) delictgevaarlijkheid, (3) het gedrag en de ontwikkeling van de levenslanggestrafte tijdens zijn detentie en (4) de impact (uitwerking) van een mogelijke start van een re-integratietraject, waarvan verlof buiten de strafinrichting deel uit kan maken, op slachtoffers en nabestaanden, en in de sleutel daarvan de vergelding.
Bij het laatste criterium kan het Adviescollege rekening houden met gevoelens van slachtoffers en nabestaanden. Het Adviescollege kan dit doen door bij voorbeeld te adviseren over activiteiten in het kader van herstel en over activiteiten en bewegingen buiten de muren van de strafinrichting waarin de levenslanggestrafte verblijft (bij voorbeeld een gebiedsverbod).